Schoonheid, hoop en protest
Ieder kunstwerk van Lon Buttstedt ontstaat uit de combinatie van losse elementen. Al proberend stuit ze soms op iets dat ze herkent, iets dat raakt aan het gevoel dat ze wil uitdragen. Dat gevoel is het oproepen van de schoonheid van de wereld, maar ook het uiten van de zorg om de brute wijze waarop de mens de natuur vernielt. Zelf zegt ze: “In mijn werk zit hoop, niet te verwarren met idealisme. Hoop verduistert de realiteit niet, maakt haar niet mooier dan ze is.”
Haar beelden en schilderijen wijzen teder maar beslist op het verdwijnen van de natuur. Onder de ingetogen en poëtische beeldtaal schuilt de waarschuwing voor het gevaar van nietsontziende destructie.
Buttstedt is geen actievoerder. Haar protest bestaat uit het vinden van zeggingskracht. De barricade waar ze op staat zijn de schilderijen en beelden die ons confronteren met onze leefwijze.
De kunstenaar verzamelt afgedankte voorwerpen, lappen textiel, stukken hout, delen van beelden, metalen versieringen, symbolen uit allerlei culturen en religies, en zet ze op een nieuwe manier bij elkaar. Gerecycled krijgen ze een tweede leven en een nieuwe betekenis.
Een bronzen beeld is bedekt met bladeren. Uit hoofd en handen groeien dode takken. De houten hand waar het op staat is het voetstuk. Het beeld laat de levende en de dode natuur zien. Maar van wie is die hand eigenlijk?
Lon Buttstedt begint een beeld niet met een ontwerp, maar met een vondst. Uit alle hoeken van de wereld verzamelt ze weggegooide tradities en vergeten herinneringen. Al doende ontwerpt ze met die afgedankte onderdelen een nieuw geheel vol elegante en stille schoonheid. Maar ook een geheel dat een krachtig protest in zich draagt. In het werk komen schoonheid, hoop en protest samen. Gecombineerd bezitten ze een onverzettelijke kracht.
Die kracht van schoonheid, hoop en protest zit in de serie ‘de erfgenamen’, kinderen die ons afwachtend of lachend aankijken, het zit in de breekbare mens die ons vanachter een dode boom bekijkt en in de figuur die haar mantel opent om ons de namen van uitgestorven planten en dieren te tonen.
De kunstenaar zoekt niet naar die kracht, maar vindt hem. Uit een zee van voorwerpen, groeisels, amuletten, kralen, knipsels vist ze dingen op die ze bij elkaar brengt. De kracht ontstaat in de combinatie, verrassend én vanzelfsprekend. Het zit in de ingepakte schedel, bezaaid met insecten die uitgestorven zijn.
De kracht zit in de menselijke verlichting, die tot stand komt door lichaamswarmte, het zit in de vrouw, gehuld in de natuur zelf, die zich van ons af lijkt te keren en een reis begint in een koude wereld vol ijsbomen.
Schoonheid, hoop en kracht, tederheid en protest. Lon Buttstedt weet deze extremen op een natuurlijke manier samen te smelten tot een ontwapenend artistiek pleidooi.
2022 Henk Heijnen, kunsthistoricus